Het onderzoek
Behandeling door een paardentandarts
Voor de behandeling van een paardengebit moet een goed onderzoek plaatsvinden bij een rustig en verdoofd paard met voldoende verlichting. Tijdens het onderzoek kijkt de paardentandarts naar de lengte en de stand van de snijtanden en kiezen. Daarnaast wordt de aanwezigheid van haken, wolfstandjes, overgebleven melktanden en kiezen gekeken.
De sedatie
Om op een gedegen manier ook bij de achterste kiezen te kunnen komen, snijtanden te kunnen inkorten is een sedatie noodzakelijk. Hiermee zijn vechtpartijen, langdurig gebruik van de praam en veel stress voor paard, eigenaar en paardentandarts verleden tijd.
De sedatie wordt intraveneus gegeven (intramusculair of sedatiegel is ook mogelijk, bijv. bij lastig te prikken paarden) en houdt ongeveer 1 uur aan. Het gebruikte middel is Detosedan. Alleen dan is gedegen werk door uw paardentandarts mogelijk zonder iets te hoeven toegeven op een nauwkeurige en correcte behandeling.
De behandeling
De behandeling van de paardentandarts begint met het elektrisch wegraspen van scherpe haken en de kauwoppervlakken in balans brengen. Eventueel aanwezige wolfstandjes worden verwijderd.
Vervolgens maakt de paardentandarts in boven – en onderkaak de zogenaamde bitseats. Deze worden afgerond zodat het bit bij een ophouding doorrolt waardoor het paard tijdens het rijden niet de concentratie of aanleuning verliest door pijnprikkels. Vervolgens corrigeert de paardentandarts de snijtanden en zet deze op de juiste lengte en in de juiste hoek. Dit is zeer belangrijk om een goede sluiting van de kiezen te krijgen. Eventueel kort de paardentandarts de snijtanden in, verwijderd tandsteen, waarna een algemene controle volgt om te zien of het totale gebit weer in balans is.
Tijdstip en frequentie van behandeling
Problemen kunnen optreden door een ongeluk, bij het doorbreken van de melktanden of tijdens het wisselen van de tanden. Controle is dus vanaf jonge leeftijd noodzakelijk om problemen te voorkomen. Bij paarden die in de sport lopen of volwassen paarden met een normaal gebit, is controle minimaal 1 x per jaar nodig.
Zolang paarden nog wisselen (tot 4,5 jaar) is 2 keer per jaar een controle door uw paardentandarts wenselijk.